Park Oudegein is één van de mooiste stadsparken van Nederland. Een deel van het park bevindt zich nog grotendeels in oorspronkelijk stijl. Dit deel heeft daarom behalve een ecologische ook een belangrijke historische waarde. Naast dit natuurlijke deel spelen vijverpartijen, ligweiden, picknickplaatsen een rol en staat er de historische boerderij IJsselstee die tegenwoordig dienst doet als kinderboerderij.
Park Oudegein is begin jaren 80 ontworpen en kent al vanaf die tijd een ‘vierseizoenen-wandeling’. Daarnaast werd een collectietuin aangelegd met als doel de bezoekers te informeren over de aanleg van een tuin. Een ander belangrijk onderdeel van het park is de verzameling bijzondere bomen die er groeien.
Mammoetboom – Sequoiadendron giganteum
Wie voor het eerst voelt aan de bast van deze coniferensoort is verrast. Die bast is bijzonder zacht en de stam werd vroeger door boksers als sparringpartner gebruikt. In de volksmond sprak men daarom over de boksboom.
Die vezelige bast kan bij volwassen bomen soms wel 60 cm dik zijn. Zo dik dat de boom in de vrije natuur probleemloos bosbranden kan doorstaan. Dat is dan ook de reden dat veel mammoetbomen zo groot en oud kunnen worden. De oudste is naar schatting drieduizend jaar en de hoogste zo rond de 100 meter. De stamomvang bij die exemplaren is al gauw dertig meter en de doorsnee soms wel elf meter. In alle opzichten dus een mammoet!
Voor zover bekend is er nog nooit een Sequoiadendron aan ouderdom doodgegaan. Alleen een natuurramp of een kettingzaag kan het leven van deze boom beëindigen. Gelukkig zijn de natuurlijke groeigebieden in Noord-Amerika inmiddels tot nationaal park benoemd.
Tulpenboom – Liriodendron tulipiferum
Even voor de duidelijkheid, het gaat hier niet over Magnolia die in het Nederlands beverboom heet maar soms ook (valse) tulpenboom wordt genoemd. We hebben het hier over de ‘echte’ tulpenboom; Liriodendron.
De wetenschappelijke naam is opgebouwd uit de Griekse woorden voor lelie en boom. Bij de naamgeving was dus de gelijkenis met de lelie doorslaggevend. Echter in de meeste nationale namen wordt verwezen naar de tulp. Wie goed kijkt naar het blad ziet daarin de vorm van de tulp maar ook de bijzondere bloemen vertonen gelijkenis met deze zo Hollandse bloem. Overigens verwijst de soortnaam tulipiferum duidelijk naar de tulp.
In de Verenigde Staten is de tulpenboom een belangrijke houtproducent. Omdat het hout na verwerking niet krimpt, is het geliefd bij de fabricage van bijvoorbeeld piano’s. Tijdens de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865) was de boom een symbool van vrijheid. In die periode plantte men veel tulpenbomen in dorpen en steden.
Japanse notenboom – Ginkgo biloba
Een bijzonderheid! Kijk maar eens naar de bladeren. Het bekende nervenpatroon ontbreekt en het lijkt alsof het blad is opgebouwd uit een hele reeks aan elkaar geplakte naalden. Dat klopt ook wel een beetje want Gingo behoort niet tot de loofbomen maar wordt vaak onderverdeeld bij de (bladverliezende) coniferen. Niet geheel terecht overigens want wie de strenge regels van de systematische indeling van het plantenrijk volgt, bemerkt dat Ginkgo noch tot de loofbomen, noch tot de coniferen behoort.
Een zoektocht terug in de tijd leert dat Ginkgo al op aarde voorkwam lang voordat de eerste coniferen hier groeiden; dat wil zeggen al zo’n 1300 miljoen jaar geleden. Zelfs de dinosauriërs heeft hij dus overleefd! Fossiele vondsten hebben dit aangetoond en ook bewezen dat er vroeger meer soorten bestonden. Maar alleen deze soort, Ginkgo biloba, heeft de tand des tijds dus doorstaan.
De Japanse notenboom komt oorspronkelijk uit Japan maar kwam rond 1760 met de VOC naar Nederland. In Japan is het traditioneel een boom die veel bij tempels is aangeplant. In Nederland staat in elk arboretum wel een volwassen exemplaar.
Chinese Moerascipres – Metasequoia glyptostroboides
Een levend fossiel want tot 1960 was deze boom alleen bekend van fossiele vondsten. Men was in de veronderstelling dat er sinds de laatste ijstijd nergens op aarde nog levende exemplaren waren te vinden. Totdat…in 1960 in China, diep in de wouden per toeval enkele exemplaren werden aangetroffen. Sinds dat moment zijn kwekers de plant gaan vermeerderen en is deze bladverliezend conifeer op vrijwel alle continenten aangeplant. Vanwege de snelle groei van de plant staan er op diverse plaatsen, ook in Nederland, al exemplaren van 30 tot 40 meter hoogte.
Moerascipres – Taxodium distichum
Van een afstand lijkt de Chinese moerascipres erg op de moerascipres. Maar de, eveneens bladverliezende, moerascipres groeit vaak in de buurt van water en kan zelfs een lange periode onder water staan. Omdat de wortels in een natte bodem moeilijk aan zuurstof kunnen komen, vormt deze boom zogenaamde ademwortels. Deze ademwortels zien er uit als knoestige stammen die tot soms wel 1 meter boven de grond steken. Ze staan her en der verspreid langs de ‘hoofdstam’.