Slechts enkele millimeters klein maar toch in staat tot grootse daden; het heidehaantje, ofwel Lochmaea suturalis, kan bij massaal optreden hele heidevlaktes kaal vreten.
Explosief
Elk voorjaar zet de kleine kever zijn eitjes af op Calluna vulgaris, de struikheide. Zodra de bruinzwarte larven uitkomen, storten deze zich op het verse loof. Later vallen ook de wortels ten prooi. Ze zuigen al het sap uit alle heideplanten die ze op hun weg tegenkomen. Dankzij de weinige natuurlijke vijanden – slechts de sluipwesp, een enkele spin en het lieveheersbeestje vallen hem lastig – en de opwarming van het klimaat kan de populatie zich soms explosief uitbreiden.
Herstel
Gelukkig komt zo’n explosie slechts eens in de vier tot zes jaar voor maar is dat eenmaal een feit dan is de heide ook compleet afgeschreven. In de zomer van 2009 zijn diverse heidegebieden in Nederland door zo’n offensief van deze kleine kever getroffen. Dat klinkt dramatisch maar de natuur zou de natuur niet zijn, als de heide zich weer langzaam herstelt. Via zaad – zelfs honderd jaar oud zaad is nog kiemkrachtig – verschijnen er voortdurend nieuwe planten en binnen een paar jaar kleuren de vlaktes weer paars.
Van de bladhaantjesfamilie, waartoe het heidehaantje behoort, bestaan maar liefst 25.000 verschillende soorten.