De smaak van water hangt af van twee factoren: de plaats waar het water gewonnen is en de behandeling die het water ondergaan heeft. De hoeveelheid mineralen in water bepaalt uiteindelijk de smaak. Water met een laag mineraalgehalte smaakt over het algemeen zacht. Sulfaat en magnesium maken het water wat bitter en mineraalachtig, natrium en chloride (NaCl) geven het water een ziltige smaak en calciumhoudend water smaakt hard. Kraanwater in Nederland kan behoorlijk in smaak verschillen. Het water in Rotterdam smaakt heel anders dan bijvoorbeeld in Maastricht.